De opzet van het Aanbestedingsreglement Werken 2016 (ARW 2016) is heel anders dan de opzet van de Aanbestedingswet (Aw). Elk hoofdstuk van het ARW 2016 behandelt een in Nederland beschikbare procedure. Indien de procedure een Europese en een nationale variant heeft, dan staan ze naast elkaar zodat in een oogopslag duidelijk is wat de overeenkomsten en de verschillen zijn. Het ARW 2016 volgt voor de Europese procedures de regels die zijn vastgelegd in de Aanbestedingswet. Toch zijn er enkele verschillen tussen het ARW 2016 en de Aanbestedingswet.

  1. De Aanbestedingswet spreekt over aanbestedende dienst. In het ARW 2016 is sprake van de aanbesteder (Artikel 1.1.1). Dat is een ruimer begrip.

  2. Het ARW 2016 heeft als bepaling opgenomen dat de gestanddoeningstermijn voor alle procedures 50 dagen is (Artikel 2.30.1), behalve bij de meervoudig onderhandse procedure waar een gestanddoeningstermijn van 30 dagen wordt gehanteerd (Artikel 7.19.1). In de Aanbestedingswet wordt niet gesproken over een gestanddoeningstermijn.

  3. Het ARW 2016 geeft aan dat de aanbesteder een ondernemer in de gelegenheid moet stellen om een gebrek in de eigen verklaring of in de bewijsmiddelen binnen 2 werkdagen te herstellen (Artikel 2.21.6). De Aanbestedingswet kent een dergelijke verplichting niet.

  4. Volgens het ARW 2016 moet een proces-verbaal van opening worden opgesteld dat binnen 2 werkdagen aan de inschrijvers verstrekt moet worden (Artikel 2.31.4). Volgens de Aanbestedingswet moet een proces-verbaal van opdrachtverlening worden opgesteld.

  5. Het ARW 2016 geeft aan dat uitgesloten of afgewezen gegadigden binnen een termijn van 7 dagen na bekendmaking van de selectie hun bezwaar kenbaar kunnen maken (Artikel 3.23.3). De Aanbestedingswet kent een dergelijke mogelijkheid niet. Het ARW 2016 koppelt overigens geen gevolgen voor de procedure of voor de aanbesteder aan het kenbaar maken van het bezwaar door de afgewezen of uitgesloten gegadigde.

  6. In de ARW 2016 staat dat de europese procedures starten op de datum van verzending van de aankondiging van een opdracht (Artikel 3.20.1). De nationale procedures starten op de datum van publicatie van de aankondiging van de opdracht (Artikel 3.20.2).

  7. Het begrip termijn (Artikel 1.2) in kalenderdagen is in het ARW 2016 duidelijker gedefinieerd dan in de Aanbestedingswet.

  8. De aanbesteder kan volgens het ARW 2016 het indienen van Model K: de verklaring bestuurder omtrent rechtmatige inschrijving van inschrijver verlangen (Artikel 2.32.3; Artikel 3.35.3; Artikel 4.34.3; Artikel 5.37.2; Artikel 6.32.2; Artikel 7.21.3; Artikel 8.37.2; Artikel 10.7.3; Artikel 15.18.3). De Aanbestedingswet kent deze verklaring niet.