Het belang van Design for Reliability (DfR) is verder benadrukt nu bedrijven zich tegenwoordig richten op de totale levensduurkosten van een product in plaats van alleen de initiële investerings­kosten. Hier komen begrippen als Total Cost of Ownership (TCO) en Life Cycle Cost (LCC) om de hoek kijken. Hoewel dit twee vergelijkbare concepten zijn, hebben ze enkele verschillen, maar beiden zijn bedoeld om de holistische langetermijnkosten van een product te evalueren.



Design for Reliability (DfR)

Design for Reliability — zie ook RAMS SHEEP — is een technische benadering die erop gericht is ervoor te zorgen dat een product gedurende de gehele levensduur consequent de beoogde functie vervult, met een minimaal risico op storingen. Het gaat erom betrouw­baar­heids­overwegingen vanaf het begin in het ontwerpproces te integreren, in plaats van betrouw­baar­heids­problemen als een bijzaak aan te pakken.

In verschillende industrieën staat de betrouw­baarheid van het product centraal vanwege de aanzienlijke impact op het genereren van inkomsten. Veel bedrijven implementeren betrouw­baar­heids­programma's die preventief onderhoud, voorspellend onderhoud, conditiebewaking en zelfs kunstmatige intelligentie omvatten om de prestaties van het product te verbeteren. Er rijst echter een cruciale vraag: wanneer moet de reis naar betrouw­baarheid voor een product beginnen? Vaak is het te laat wanneer de betrouw­baarheids­inspanningen beginnen nadat het bedrijfs­middel is ontworpen, gebouwd en geïnstalleerd. De effectiviteit van betrouw­baarheids­programma's neemt af met elk van de opeenvolgende projectfasen, terwijl de kosten escaleren.

Betrouwbaarheid moet vanaf het begin worden geïntegreerd in het ontwerp van elk bedrijfsmiddel, wat het belang van DfR onderstreept. Helaas wordt deze fase vaak over het hoofd gezien, wat leidt tot ingrijpende gevolgen voor de levensduur van de apparatuur. Stelt u zich een scenario voor waarin een pomp wordt geïnstalleerd met onjuist ontworpen leidingen, wat leidt tot cavitatie en aanzienlijke trillingen, wat uiteindelijk resulteert in voortijdige defecten aan afdichtingen. Hoewel de eigenaar van het bedrijfsmiddel ervoor kan kiezen om trillingsmonitoren op de pomp te installeren om verergerende trillingen te detecteren en tijdig corrigerende maatregelen te nemen, pakt deze aanpak alleen symptomen aan in plaats van de hoofdoorzaak. Een herontwerp van het leidingsysteem is nodig om het probleem effectief op te lossen. Zou het niet voordeliger zijn als het leidingontwerp een grondige DfR-beoordeling zou ondergaan voordat het de eerste keer werd ontworpen en geïnstalleerd? Daarom, als een apparatuur niet goed is ontworpen tijdens de vroege projectfasen, zal het later implementeren van betrouw­baar­heids­programma's slechts beperkte oplossingen opleveren, waarvoor vaak kostbare en tijdrovende ontwerp­wijzigingen nodig zijn. Het is absoluut noodzakelijk dat de DfR-praktijken vanaf het begin van het ontwerp van elk project worden gevolgd.

Total Cost of Ownership (TCO)

Total Cost of Ownership is een concept dat probeert inzicht te krijgen in alle kosten die zich zullen voordoen tijdens de levensduur van het product tot aan de afstoting ervan. Het richt zich voornamelijk op de gebruiker/koper van het product. Het omvat pre-transactionele, transactionele en post-transactionele kosten van het product voor de koper. Pre-transactionele kosten omvatten kosten die verband houden met het uitvoeren van de transactie, zoals leveranciersselectie. Transactiekosten houden verband met de aankoop van het product. Post-transactionele kosten hebben betrekking op kosten na de aankoop van het product, zoals onder andere onderhoud, exploitatie en afstoting. Kort gezegd gaat het bij TCO wel om de aanschafprijs, maar niet om de ontwikkelingskosten van het product.

Voorbeelden van kosten die onderdeel van TCO kunnen zijn:

  1. Aanschafkosten;

  2. Onderhoudskosten;

  3. Reparatiekosten;

  4. Afschrijvingen;

  5. Verzekeringen;

  6. Belastingen;

  7. Financieringskosten;

  8. Kosten voor training en scholing;

  9. Personeelskosten;

  10. Distributiekosten;

  11. Voorraadkosten.

Life Cycle Cost (LCC)

Life Cycle Cost is de som van alle kosten, van concept van het idee tot de fabricage, de werking en het einde van de levensduur. LCC omvat naast TCO ook de concept- en ontwikkelings­kosten. In de farmacie zijn er bijvoorbeeld laboratoria die daadwerkelijk een medicijn uitvinden en ontwikkelen waar veel initiële investeringen in de vorm van Research & Development (R&D) mee zijn gemoeid. Zodra het product zijn proeven doorstaat en groen licht krijgt, koopt een farmaceutisch bedrijf alle rechten voor het product en gaat vervolgens verder met het opzetten van een productiefaciliteit. In dit geval is de TCO van de productiefaciliteit voor het farmaceutische bedrijf van de koper en zijn de R&D-kosten van de ontwikkeling van het medicijn niet inbegrepen. Als we echter naar de LCC kijken, dan omvat deze de R&D-kosten plus de TCO.

Samengevat

Op basis van het voorbeeld van TCO en LCC, als het farmaceutische bedrijf het grotere plaatje ziet van de kosten van het bezitten en exploiteren van de productiefaciliteit op basis van TCO, zullen ze het belang inzien van een betere planning voor de werking en het onderhoud, wat tot uiting zal komen in het ontwerp van de productie­faciliteit. Dit is de ware vorm van DfR. Het zal uiteindelijk helpen bij een betere werking van de faciliteit gedurende de hele levensduur, wat lagere exploitatie­kosten, onderhoud en downtime betekent.